Nederlands
English
Deutsch
Français
Switch van taal:
Nederlands
English
Deutch
Français

De opkomst van de afvalcontainer

Ondergrondse vuilcontainers van Nederlandse makelij staan tot in Turkije en Canada.

De Amsterdamse krant Het Parool nam haar lezers eind dit jaar mee langs zwerfvuil door de stad. Voor het laatste deel kon de opkomst van de ondergrondse afvalcontainer natuurlijk niet ontbreken. Het artikel verscheen in Het Parool van woensdag 7 december 2016 en is geschreven door Bart van Zoelen.
Ondergrondse vuilcontainers van Nederlandse makelij staan tot in Turkije en Canada. Het tekent hun snelle opkomst, die halverwege de jaren negentig in en om Amsterdam begon.
De Willem de Zwijgerlaan in West had de primeur. Daar kwamen halverwege de jaren negentig de eerste ondergrondse afvalcontainers op proef. De eerste van heel Nederland zelfs, als je het Bert Hagens van afvalinzamelaar Afvalservice West vraagt. Bovengrondse 'cocons' voor huisvuil waren er al, enorme bakbeesten. Vandaar de gedachte destijds bij het toenmalige stadsdeel De Baarsjes: waarom niet ondergronds?
In 1996 kon de opmars van de ondergrondse vuilcontainer beginnen. De proef was een succes gebleken, De Baarsjes besloot ze uit te breiden naar de rest van het stadsdeel. "Oud-West kwam daar meteen achteraan," herinnert Hagens zich. "Daarna ging het naar stadsdeel Osdorp en de oostkant van de stad."
Of De Baarsjes de primeur had, is ook een beetje een definitiekwestie. Het was de eerste grote ondergrondsecontainerorder voor leverancier Bammens, zoveel is zeker. Voor de fabriek die al sinds 1931 bekendstaat om zijn zware zinken vuilnisemmers, lonkte een nieuwe groeispurt.
Maar afvalverwerker Rutte uit Halfweg kwam halverwege de jaren negentig eveneens met een ondergrondse container. Daarvan verschenen de eerste al in 1993 in de gemeente Haarlemmerliede. Dat waren containers van het zogeheten Metrosysteem, een soort stortkokers met een ondergronds buizennet dat werd geleegd met perslucht.
Ook in Buitenveldert hebben ze gestaan, voor een experiment van Rutte en stadsdeel Zuid. De proef aan de Dikninge werd geen succes. Het leeg drukken van de metrobuizen nam minstens een half uur in beslag en al die tijd stond daar een vrachtwagen in de weg. Niet handig in de grote stad. Daar kwam bij dat de zuigers steeds weer vastliepen op kattengrit.
Maar bij de proef bleek wel meteen dat krap behuisde Amsterdammers maar wat blij waren dat ze niet meer op een vaste dag in de week hoefden te wachten tot ze hun vuilnis mochten buitenzetten. 'De Metro' zou eigenlijk pas na verloop van weken geleegd worden, maar door afvaltoerisme uit de omliggende straten werd dat al snel twee keer per week.

Groenafval

Het idee om huisvuil ondergronds weg te werken hing halverwege de jaren negentig als het ware in de lucht. Het was de stadsdelen ook niet te doen om minder zwerfvuil of ruimtegebrek op straat, al kan dat wellicht verklaren waarom Amsterdam andere steden nipt voor was. Het was echter de nieuwe afvalwetgeving die de doorslag gaf, weet Hagens. Vanaf 1994 moest het mogelijk zijn groenafval (gft) te scheiden. En voor vuilnismannen kwamen er per 1997 nieuwe arboregels, omdat ze rond hun 45ste massaal afhaakten met een versleten rug.
Wellicht is dat de verklaring waarom de opmars toen net over de grens in Duitsland niet doorzette, terwijl ook daar toen al fabrikanten bezig waren met ondergrondse containers. In Nederland volgden de grotere steden nog voor het jaar 2000. "Daarna is het als een olievlek heel Europa doorgegaan."
De zachte ondergrond speelt ook een rol, zegt Quirijn van Loon, de adjunct-directeur van VConsyst, dat Amsterdam de komende jaren zo'n vierduizend nieuwe ondergrondse vuilcontainers mag leveren. "Het is hier makkelijker graven. En in Nederland is de afvalinzameling in handen van de gemeenten. Als dat niet zo is, wordt het lastig om nieuwe systemen te introduceren."
"Van overal in Europa kwamen steden een kijkje nemen: wat doen die Nederlanders nou? Al sinds 2000 leveren we onze containers in bijvoorbeeld Frankrijk en Scandinavië. Bammens en wij zijn daarin zo'n beetje de grootste in Europa." Het is nog steeds een groeiende markt. "Wat ooit eens in de Amsterdamse regio is begonnen, verspreidt zich over de hele wereld." Via lokale fabrikanten leveren Bammens en VConsyst hun containers tot in Turkije en Canada.

Openen met smartphones

En dan te bedenken dat VConsyst van oorsprong een ICT-bedrijf is. Het bedrijf uit Genemuiden maakt bijvoorbeeld toegangspoortjes voor zwembaden en pretparken. Het leverde ook een pasjessysteem voor afvalcontainers aan Rutte. Nadat Rutte eind jaren negentig in de problemen was gekomen door verschillende veroordelingen wegens milieudelicten, kwam van het een het ander en ging VConsyst zich ook specialiseren in 'afvalinzamelsystemen'.
Die ICT-achtergrond van VConsyst wordt een pre. De afvalcontainer van de toekomst wordt meer en meer een apparaat, verwacht VConsyst. Doordat ze zich laten openen door de nfc-chip in smartphones, bijvoorbeeld. Het past ook bij de nieuwe benadering van grondig gescheiden afval dat een tweede leven krijgt als grondstof. Nieuwe ICT kan dat registreren en belonen. "Sturen op gedrag en gemak," zegt Van Loon.
Of denk aan containers die zelf registreren hoe vol ze zijn. "Doordat containers alleen geleegd worden als ze vol zijn, zijn minder materieel en minder ritten door de stad nodig," zegt Bert Hagens Maar dan nog blijft het menselijk gedrag de grootste valkuil. Want de voornaamste reden dat zich afvalbergen opbouwen naast de container, is de Amsterdammer zelf. Een doos die niet past uit elkaar halen, is soms te veel gevraagd. En zodra er één stuk vuil op straat staat, volgen er meer. "Niemand die dan nog kijkt of de container ook vol is."
Of ondergrondse vuilcontainers ook zorgen voor minder zwerfvuil op straat, is nooit echt onderzocht. Althans, de gemeente en VConsyst kennen het niet. Het verband ligt ook wel erg voor de hand, merken ze op. In buurten waar het nog wachten was op de ondergrondse containers - zoals in De Pijp, waar de ondergrondse vuilcontainer pas in 2015 opdook en nu langzaam maar zeker oprukt - wordt het ook wel genoemd als één van de verklaringen voor het rommelige straatbeeld. "Het is een stuk schoner dan twintig jaar geleden," zegt ook Bert Hagens over West, waar hij de ondergrondse container als ambtenaar bij stadsdeel De Baarsjes nog heeft zien komen. "Er is veel minder klein veegvuil dan toen."